Draai- en puntdeuren* worden bij kleinere overspanningen vaak in hout uitgevoerd. De stijfheid in en loodrecht op het vlak van de deur is kleiner dan bij stalen deuren. Daarom heeft de deur de neiging, onder invloed van het eigen gewicht, aan het vrije uiteinde te gaan doorzakken; het zogeheten schranken. Dit probleem wordt tegengegaan door vormvaste driehoeken in de constructie te bouwen. Uitgaande van de draaipunten kan een driehoek gecreëerd worden door het aanbrengen van een drukstaaf, de zogenaamde schrankschoor. Verdere constructieve maatregelen zijn dan het plaatsen van een trekstang en het aanbrengen van de beplanking volgens de richting van de schrankschoor.
figuur 1